Identiteit
Kenmerken/Karakter van het individu
Anekdote over de paardenkastanje
De kastanje gaf de paardenkastanje zijn naam maar er bestaan verschillende soorten kastanjes die met elkaar verwant zijn. Wilde of tamme kastanje, hoe hou je ze uit elkaar?
Op het eerste zicht zien de kastanjes er hetzelfde uit. Ze hebben de vorm van een bol of halve bol. Ze zijn bedekt met een donkerbruine, gladde en glanzende schil en hebben allebei een matte lichtbruine vlek.
Maar de tamme kastanje heeft een puntig topje met een harig toefje. Hij zit verborgen in een omhulsel (bolster) dat lijkt op een egel. Dat geelgroene omhulsel zit vol prikkende stekels die dicht op elkaar staan, alsof hij zichzelf wil beschermen tegen lekkerbekken! Het is die lekkernij die je op de hoek van de straat gepoft kunt eten, of geglaceerd en verwerkt tot snoepgoed.
De wilde kastanje is ronder. Zijn geelgroene bolster heeft kortere stekels die verder uit elkaar staan. Het zaad is eetbaar maar slecht verteerbaar en zelfs giftig voor mensen. Hij heet niet voor niets ‘paardenkastanje’: de kastanje voor de paarden.
Geheimen van de paardenkastanje
De prachtige bloemen van de paardenkastanje trekken niet alleen bijen aan, ze weten ook mensen te verleiden. Bepaalde wetenschappers opperen de hypothese dat we gemanipuleerd worden door de planten. Hun schoonheid, hun kleuren, hun geuren en hun smaak zouden strategieën zijn om zich voort te planten maar ook om zich te vermeerderen en te verplaatsen.
Het is dankzij zijn schoonheid dat de paardenkastanje kon reizen en ‘genaturaliseerd’ raakte in heel Europa. In tegenstelling tot wat zijn Franse naam ‘marronnier d’Inde’ doet vermoeden, is hij niet uit India afkomstig. Deze boom komt oorspronkelijk eigenlijk uit de Balkan en het zuidoosten van Europa. Hij groeit al duizenden jaren in het wild in de bossen in het middelgebergte van Albanië en het noorden van Griekenland.
Pas op het einde van de 16e eeuw doet de paardenkastanje zijn intrede in de keizerlijke tuinen in Wenen. Hij verspreidt zich in een paar botanische tuinen, vervolgens in parken van vorsten en tot slot op de eigendommen van kasteelheren. Twee eeuwen later had hij de steden van heel West-Europa al veroverd. Hij heeft zich zo goed aangepast aan het klimaat dat hij nu bijna beschouwd wordt als een boom van bij ons (inheems). Het is de boom van de stad in al zijn pracht. Het was een van de bomen die koning Leopold II het liefst langs grote lanen in Brussel liet planten.
Heilzame invloeden van de paardenkastanje
De witte paardenkastanje is de grootste van onze bomen met bloemen. Hij heeft vaak een statig voorkomen. Zijn schoonheid heeft van hem een zeer populaire boom in de stad gemaakt. Het is een van de bomen die het vaakst geplant* worden om onze lanen, parken en speelplaatsen te verfraaien.
Deze boom is niet alleen decoratief. Met zijn uitgestrekte en dicht opeengepakte bladerdek is hij een grote zuurstofproducent. Hij zuivert ook de lucht die we inademen. Hij houdt als de beste verontreinigende gassen en CO2 vast en slaat die op in zijn hout. Zijn bladeren zijn redelijk goed in het opvangen van fijnstof. En zijn schaduw tot slot is breed en heel diep: hij laat de temperaturen tijdens hittegolven stevig afkoelen.
Zijn vruchten zijn niet eetbaar, maar ze hebben wel tal van toepassingen (zie hogerop) en erkende medicinale eigenschappen. De vrucht bevat nuttige stoffen om ons bloedvatenstelsel gezond te houden.
De paardenkastanje herkennen
Blad
Groot - Samengesteld uit 5 tot 7 foliola - In de vorm van een waaier
Foliola
Lange en ovale vorm - Ruw getande rand
Bladerdek
Kleur lente/zomer: fel donkergroen - Kleur herfst: roodbruin - Afwezig in de winter
Bloemen
Wit met gele of roze vlek - Gegroepeerd in dikke rechtopstaande trossen (pluimen)
Vruchten
Bolsters - Ronde doosvruchten van 6 cm – Groen - Stekelig
Zaad
Kastanje - Glanzend glad en bruinrood
Schors
Roodachtig bruin en vervolgens zwartachtig grijs - Schubben - Bladdert af in plakjes (desquamatie)
Bijzondere kenmerken van deze boom
Met zijn brede voet is dit individu stevig in de grond verankerd. Nochtans lijkt hij helemaal niet statisch. Vanaf de basis draait zijn stam zich rond zijn as en zijn drie hoofdtakken zijn verwrongen. Hij lijkt wel te leven door de spiraalbeweging die erin zit: een mooi symbool om rouwstoeten te begeleiden … want de spiraal staat voor het leven dat de natuur en het universum met elkaar verbindt. Hij roept het idee van de cyclus en een nieuw begin op.
Alle paardenkastanjes in deze laan hebben die beweging in zich. In de winter vormen ze een prachtige erehaag aan de ingang van de begraafplaats. In de lente, als hun bladerdek krioelt van de bloesems, verandert de weg in een tapijt van witte bloemblaadjes. En in de zomer vormen ze een immens groen gewelf dat uitnodigt om de blik naar de hemel te richten.
De paardenkastanjes zijn in heel Europa uitgedund door een ziekte. Ook deze laan is niet gespaard gebleven. Rechts kun je een exemplaar zien dat er niet langer als een boom uitziet. Het heeft alleen nog zijn stam. Men heeft hem behouden zodat hij insecten, vogels, mossen en verschillende soorten zwammen kan huisvesten en voeden. Aan de andere kant, links, is opnieuw een jonge boom geplant. Hij neemt het over van een boom die verdwenen is. De cyclus die de dood en het leven met elkaar verbindt, is duidelijk aanwezig in deze rij.
(Teksten en foto's van Priscille Cazin - Sylvolutions)
Dit portret is:
- Verrijkt met een illustratie uit de Belgische Federale Staatscollectie in permanente bruikleen aan de Meise Botanical Garden. Zie bijlage. Met dank aan de bibliotheek (erfgoedcollectie) voor deze bijdrage.
- Een initiatief van Christos Doulkeridis, burgemeester, Audrey Lhoest, schepen van Leefmilieu, Groene ruimten en Beplantingen, Toerisme, college van burgemeester en schepenen van Elsene.