Identiteit
Diensten geleverd door deze boom
Als u van dit soort boom houdt, zult u ook houden van In Brussel
Kenmerken/Karakter van het individu
Dit is de oudste en grootste populier van het Gewest. Deze veteraan is een van de getuigen van de evolutie die het Josaphatpark heeft doorgemaakt. Hij hangt door, verliest nu en dan eens een tak en vecht tegen een schimmel (polypoor) maar het blijft een van de oudste bewoners van het park.
De boom en de zwaartekracht
Met zijn omtrek van 527 cm en hoogte van 40 meter is deze jongen de oudste en grootste Canadese populier van het Gewest. Hij is een stille getuige van de geschiedenis van het Josaphatpark. Hij neigt een beetje naar de toren van Pisa, verliest al wel eens een tak en heeft last van schimmel. Maar hij zit vast geworteld in de grond en houdt goed stand. Hij heeft met andere woorden nog een aantal mooie jaren vóór zich.
Op het einde van de 18de eeuw werden in België veel Canadese populieren geplant. Door de omvang van de reus in het Josaphatpark, zouden we kunnen denken dat hij er al stond lang voor de aanleg van het park in 1905. In werkelijkheid is deze Gewestelijke veteraan niet ouder dan 80 jaar. Hij werd aangeplant in de jaren 40-50 in het lager gedeelte van het park, aan de rand van één van de drie vijvers, en zag het park steeds mooier worden. Hij heeft meerdere restauratiefases meegemaakt, evenals de aanleg van het hoenderhof en het speelplein rond hem.
Groeide hij snel, dan komt dat omdat hij in de ideale omgeving stond voor een boom van zijn soort: in de bodem van een dal, in diepe en rijke grond, soms nat en zelfs onder water, aan een vijver waaruit de wortels water kunnen pompen en in volle licht. Op die manier heeft hij zich kunnen ontwikkelen tot een typische Canadese populier. Zijn kruin is breed en uitgespreid. De hoofdtakken staan hoog, op 8 meter van de grond. Ze hangen over de kastanjeboom die er naast staat.
De populier staat al een tijdje onder toezicht, gezien hij enkele ernstige gebreken vertoont. Hij wordt van dichtbij opgevolgd door het Gewest en door de gemeente Schaarbeek. Hij wordt regelmatig onderworpen aan mechanische tests en tomografieën (een soort echografie). Zolang hij geen gevaar vormt voor de wandelaars, wordt hij niet geveld.
Ondertussen doet onze jongen flink zijn best. In de kruin vormt hij grote verdikkingen om zijn wonden te bedekken. Hij lijkt de schimmel die hem aantast (buiszwam) te willen isoleren. Om zijn afhelling tegen te gaan, maakt hij fameuze tegengewichten aan. Dit reactiehout, dat groeit vanaf de wortels, doet enigszins denken aan de voeten van burchttorens. Het is zijn eigenste oplossing om stabiel te kunnen blijven. Hij vecht efficiënt tegen de zwaartekracht.
Rond de boom werd een beschermingsperimeter ingesteld: ter bescherming van de regelmatige bezoeker, maar ook, en vooral, van de wortels van de boom. Hoewel onzichtbaar, zitten ze recht onder de kruin in de grond, slechts enkele centimeter onder onze voeten verstopt. Hun rol is essentieel in de bevoorrading van water en voeding voor de boom. En, uiteraard, om de reus stevig in de grond te verankeren. De wortels zijn krachtig en tegelijk broos: ze dreigen te verstikken wanneer de grond boven hen te veel wordt aangestampt. Mocht u zich ooit aan de voet van deze boom bevinden, denk er dan aan de grond niet aan te stampen. De kleinste wonde zet de deur open voor ziektes, schimmels of parasieten. Dat is net de reden waarom u in veel parken niet tot aan de voet van bepaalde bomen kan komen.
Een aura van vrijheid
Populieren vinden we onze planeet al meer dan 100 miljoen jaar. Hun naam stamt uit de Oudheid: voor sommigen is het Grieks, andere historici zweren dan weer bij Latijn.
Het Oudgriekse woord pappalein betekent woelig, dooreengeschud door de wind. Het woord geeft heel goed de onrust weer die leeft in de kruin van deze grote dicht bebladerde boom. De bladeren hangen aan een lange bladstengel, hetgeen hen toelaat te dansen in de wind. De Canadese populier is altijd de eerste om bij het minste briesje te gaan ruisen: je herkent hem aan de klank van zijn bladeren.
Het Latijnse populus betekent volk (peuple). In het Oude Rome verwees het naar de samenkomsten van de vrije mannen. De Romeinen plantten populieren op de plaatsen waar de menigte bijeenkwam. Veel later, bij de Amerikaanse revolutie, en later ook bij de Franse revolutie, werd de boom massaal aangeplant als symbool voor de vrijheid. Hij veroverde een tweede plaats in het hart van de revolutionaire Fransen, net na de linde.
Maar daar waar de linde nog steeds met vrijheid wordt geassocieerd, is dat voor de populier niet meer het geval. Wellicht heeft het er mee te maken dat slechts een handvol populieren van deze periodes kunnen getuigen. Populieren worden zelden ouder dan 250 tot 300 jaar. Lindes daarentegen worden makkelijke duizend jaar oud.
Bijzondere kwaliteiten
De Canadese populier is een hybride boom, een kruising van twee soorten: de populus deltoides uit Noord-Amerika, en de zwarte populier (populus nigra) uit Europa, voor ons een inheemse soort dus.
De schors is het eerste dat onze aandacht trekt. Ze laat toe de populier al van ver te herkennen. Bij het ouder worden, wordt de schors donkergrijs en worden de kloven steeds groter. Ze doet denken aan het obscure kantje van de zwarte populier, een boom die vaak wordt geassocieerd met Hecale, godin van de dood.
Zo obscuur is deze populier nochtans niet. Van zijn beide ouders erfde hij een lichtjes afgerond, driehoekig blad, met een tamelijk scherpe punt en lichtjes getand. Zijn Noord-Amerikaanse ouder heeft hem een vrolijk gebladerte nagelaten, dat in de bries van kleur verandert: donkergroen en glanzend aan de bovenkant, bleekgroen en mat aan de onderkant.
Op het einde van de winter gaan zijn bruingele takjes het landschap opvrolijken. Ze kondigen het ontwaken van de Aarde al aan. Als we dichterbij komen, zien we amberkleurige bolletjes: deze gouden harsdruppeltjes aan het eind van de takjes vangen het licht op (in het geval van deze mijnheer is een verrekijker aan te raden, want de fijne takjes hangen wel héél erg hoog).
In de Griekse mythologie wordt verteld dat die druppels de tranen zijn van de Heliades, de Zonnekinderen en dochters van Helios. Hun broer Phaetos leende op een dag de wagen van Helios. Hij verloor de controle en verbrandde alles op zijn weg. Hij werd dodelijk getroffen door Zeus en in de Eridan (de Po) geworpen. Zijn zussen, die niet ophielden hun broer te bewenen, werden getransformeerd in populieren. Vandaar dat populieren (peupliers) amberkleurige tranen huilen (pleurer): tranen die een bijzondere therapeutische kracht worden toegemeten.
Je vindt de hars op de knopen van de boom. De bijen oogsten ze voor de productie van maagdenwas (propolis). Propolis betekent in het Grieks zwanger van de stad. De bijen gebruiken de hars om hun bijenkorf en honingcellen te versterken. Mensen gebruiken de maagdenwas om immuunsystemen te versterken.
In de Oudheid al werden populieren gewaardeerd om de talrijke therapeutische kwaliteiten die we vandaag nog kennen. De boom staat aan de oorsprong van diverse remedies: hij elimineert urinezuur, stimuleert de urineblaas, verlicht reuma, verzorgt brandwonden, ... Zijn schors bevat salicine*, een zuur dat aan de basis ligt van aspirine.
Wegbereider
Populieren hebben een bijzonder geslachtsleven. De seksen van deze soort worden strikt gescheiden. Gevulgariseerd uitgelegd zegt met vaak dat mijnheer en mevrouw Populier niet onder hetzelfde dak leven. Ze hebben een LAT-relatie. En ze planten zich voort vanop afstand.
In de lente produceert Mijnheer Populier roodachtige bladeren die een kruintje vormen dat men een katje noemt. De katjes hangen aan een stengel. Om met hun pollen een vrouwelijke bloem te bevruchten van een andere boom, is een tussenpersoon nodig: de wind. De wind schudt de katjes dooreen, die dan hun zaadjes lossen. Mevrouw Populier heeft ook katjes, maar fijner en soepeler. Ze worden gevormd door bleke groengele bloemetjes en worden bevrucht wanneer de wind de mannelijke pollen tot bij hen brengt. In mei-juni bevrijdt Mevrouw Populier zich van wattige graanwolkjes, die zich een weg banen door het landschap, gedragen door de wind.
Op die manier is de populier de wegbereider. Bij het minste briesje vliegen de graantjes (pluimpjes eigenlijk) ervandoor. Ze zijn danig licht en bedekt met een zijdeachtige dons. Ze overspoelen het land ver weg van de boom. Maar ze moeten wel snel een naakte, vochtige grond bereiken, want ze zijn fragiel en hun leven is van heel korte duur.
Om hun nageslacht veilig te stellen, planten populieren zich ook spontaan voort via de wortels. De populussoort heeft zich in de loop der eeuwen op natuurlijke wijze gediversifieerd. Op dit moment tellen we een dertigtal soorten. Gezien de takken, wortels en twijgen zich makkelijk laten enten, is de mens in staat geweest talrijke hybriden en kruisingen te realiseren. De Canadese populier is één van de hybriden die zich makkelijk bij ons kon doen gelden, in die mate dat de zwarte populier nagenoeg verdwenen is.
Mocht u in de buurt zijn, neem dan even de tijd om deze scheve reus te bewonderen. Geniet van zijn aanwezigheid. Want deze soort mag dan ooit een wegbereider zijn geweest, ze is zeldzaam geworden in de stad. Kale, natte grond is nu eenmaal zeldzaam, zowel in de parken als langs de straten. En er worden sowieso bijna geen populieren meer geplant in Brussel. Hij zou nochtans zijn nut kunnen bewijzen in moerassige en overstromingsgebieden in het Gewest.
- Salicine werd eerst ontdekt in de schors van de wilg. Net als de populier, behoort de wilg tot de familie van de Salicales.
Dit portret is verrijkt met een illustratie uit de Belgische Federale Staatscollectie in permanente bruikleen aan de Meise Botanical Garden. Zie bijlage. Met dank aan de bibliotheek (erfgoedcollectie) voor deze bijdrage. https://www.plantentuinmeise.be/nl/home/