Identiteit
Kenmerken/Karakter van het individu
Anekdote over de beuk
Er was een tijd waarin de beuk de boom van de moedergodin was. Hij werd in verband gebracht met Eurynome, die de wereld schiep. Aan het begin van de Griekse oudheid lieten de geestelijken zich leiden door de beuk. Die leverde boodschappen af door met zijn bladeren te ritselen. Deze boom is in verschillende culturen een symbool geworden van vrouwelijkheid. Hij stond voor kennis, wijsheid, geduld en schepping. Voor de Kelten bijvoorbeeld was hij gewijd aan Belisama, de godin van de gemeenschap en de haard, terwijl hij voor sommige Scandinavische volkeren de boom was van Hertha, de aardgodin. Tot slot leverde hij inspiratie voor heel wat populaire overtuigingen en bijgeloof. Zo heeft de beuk sinds de middeleeuwen de reputatie feeën te huisvesten in zijn schaduw. Ze dansen om hem heen onder zijn bladeren, daar waar niets anders groeit dan jonge beuken. Zo beschermen de feeën de beuken.
Geheimen van de rode beuk
De roodachtige kleur is aanwezig bij alle beuken, maar in principe is ze van voorbijgaande aard. Je ziet ze bij alle jonge bladeren als de knoppen opengaan. Dat komt door kleurpigmenten: de anthocyanen. Ze beschermen de tere bladeren tegen zonnestralen. Vervolgens vernietigt een enzym de rode pigmenten wanneer de bladeren hun bescherming niet langer nodig hebben.
Bij rode beuken verdwijnt de rode kleur niet. Ze evolueert tot de bladeren afvallen: felrood, groen-roze, paarsbruin … Dit spektakel is het gevolg van een genetische anomalie. De boom beschikt namelijk niet over het enzym dat de rode pigmenten vernietigt.
Dat ‘foutje’ is zeldzaam in de natuur. Nochtans komen rode beuken relatief veel voor in de stad. De mens zag wel iets in die zeldzame trek en heeft getracht de anomalie te reproduceren, met als doel om een zo intens mogelijke tint te verkrijgen. De meeste exemplaren die de parken sieren, komen voort uit die experimenten.
Heilzame invloeden van de rode beuk
Rode beuken worden gebruikt om parken en soms grote pleinen te verfraaien. Ze spelen een belangrijke rol bij de aanleg van grote groene ruimtes. Deze boom met zijn weelderige en dicht opeengepakte bladerdek levert immense hoeveelheden zuurstof. Nieuwe en zuivere zuurstof, goed voor onze longen. Hij zuivert de lucht. Zijn bladeren vangen redelijk goed fijne deeltjes op. En hij houdt grote volumes verontreinigende gassen vast. Hij vangt met name CO2 af, het broeikasgas dat verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. Dat slaat hij in de vorm van koolstof op in zijn hout. Bovendien is zijn diepe schaduw zeer doeltreffend om de temperaturen om hem heen af te koelen.
De beuk is de meest aanwezige boom van het Zoniënwoud. Dat woud is de grote groene long, de luchtfilter en de airconditioning van Brussel.
Om de beuk te herkennen
Schors
Grijs - Fijn
Bladeren
Ovale vorm - Licht gegolfde rand (zachte trilhaartjes op de jonge bladeren)
Bladerdek
Kleur lente: rode - Kleur zomer: donkerpaarsrood - Kleur herfst: oranjebruin - Een deel van de winter zichtbaar (afgestorven blad blijft aan de boom hangen)
Vruchten
Beukennootjes - Borstelige napjes met daarin donkerbruine driehoekige nootjes
Knoppen
Lang - Hard - Zeer puntig - Met schubben - Oker- tot kastanjebruine kleur - In de winter goed zichtbaar op de boom
Bijzondere kenmerken van deze boom
Deze grote rode beuk was in de jaren 30 al groot. Hij groeide omringd door andere bomen en als we onszelf omhoog hadden kunnen hijsen tot in zijn top, hadden we het platteland kunnen bewonderen. De boom bevond zich immers te midden van de velden en landbouwpercelen. Tussen 1987 en 1996 slonk het platteland beetje bij beetje, maar de boom is bewaard gebleven.
Deze reus is een centraal element in dit stukje bos. Met zijn twee enorme takken in V-vorm, die stevig op een enorme stam zitten, is het een van de bomen die het meeste aandacht naar zich toe trekt. Zijn immense kruin, met een opeengepakt bladerdek, overkoepelt een groot deel van de ruimte.
Deze boom krijgt speciale verzorging want de vele bezoekers aan het bos hebben hem verzwakt. De bodem aan zijn voet is bij elkaar gedrukt en geërodeerd. Men heeft rond hem een omheining aangebracht om te voorkomen dat zijn wortels vertrappeld raken en bloot komen te liggen. Die moeten bedekt zijn met losse grond, waarin lucht en water kunnen circuleren.
Sinds men de zone vlak onder zijn kruin heeft beschermd, blijven zijn afgevallen bladeren dicht bij hem liggen, net als in het bos. Ze worden afgebroken en veranderen in humus vol voedingsstoffen. Zo kan de boom opnieuw krachten opdoen en in de beschermde straal kunnen sommige van zijn zaden kiemen. De levensduur van deze reus wordt zo verlengd en zijn opvolging is verzekerd.
(Teksten en foto's van Priscille Cazin - Sylvolutions)
Dit portret is:
- Verrijkt met een illustratie uit de Belgische Federale Staatscollectie in permanente bruikleen aan de Meise Botanical Garden. Zie bijlage. Met dank aan de bibliotheek (erfgoedcollectie) voor deze bijdrage.
- Een initiatief van Christos Doulkeridis, burgemeester, Audrey Lhoest, schepen van Leefmilieu, Groene ruimten en Beplantingen, Toerisme, college van burgemeester en schepenen van Elsene.
Bijdragen
555
555