Adres :
Félix Happark Etterbeek
Gps-coörd. :
50.8344 , 4.3848
Wetenschappelijke inventarisatie :

Identiteit

Categorie :
Arbre remarquable
Latijn :
Liriodendron tulipifera
Naam FR :
Tulipier
Naam NL :
Tulpenboom
Naam EN :
Yellow-poplar
Familie :
Magnoliaceae
Hoogte :
28 m
Beoogde hoogte :
Deze soort kan tot 60 m hoog worden in Amerika, 40 m in België
Diameter kruin :
24 m
Omtrek van de stam :
386 cm
Verwachte omtrek :
/
Verwachte levensduur :
Kan tussen 400 en 500 jaar oud worden
Oorsprong/Afkomst :
Noord-Amerika, oosten van de VS
Voorkeursbodem :
Fris en vochtig
Voorkeursklimaat :
Gematigd fris (warme zomer)

Diensten geleverd door deze boom

Verfraait het landschap :
+++ statig voorkomen, decoratieve bladeren en bloemen
Verrijkt de biodiversiteit :
+ plant zich niet op een natuurlijke manier voort
Levert zuurstof :
++ bladerdek met gemiddelde dichtheid
Zuivert de lucht :
++ idem
Filtert het water :
+ staat er niet om bekend veel water te verdampen
Voorkomt overstromingen :
+ neemt weinig water op en verdampt weinig
Slaat koolstof op :
++ snelle groei
Verzacht het klimaat :
++ diffuse schaduw
Beperkt de erosie van de bodem :
ø
Doet goed, is nuttig :
mooie typische kruin zelfs als die onderaan een beetje uit evenwicht is
Collectie van de Belgische Staat, permanente bruikleen aan de Plantentuin Meise < https://www.plantentuinmeise.be/nl/home/ > Michaux, Histoire des arbres forestiers de l'Amérique septentrionale, vol. 3, 1813

Kenmerken/Karakter van het individu

Deze boomsoort was erg in de mode in de parken van de 18e eeuw en er bestond een handeltje in de zaden ervan. Alles trekt immers de aandacht bij de tulpenboom: zijn grijze, netvormige schors, zijn bruinrode takken, zijn bladerdek dat in de herfst geel kleurt, zijn bladeren met een unieke, vreemde vorm en vooral de grote gele bloemen in de vorm van een tulp. Hij maakt nu deel uit van een bepaalde 'tuingeschiedenis'.

De pionier

De tulpenboom van het Happark is een vertegenwoordiger van de eerste planten met bloemen op onze planeet. Dit individu maakt deel uit van een zeer oude plantenfamilie, de magnoliaceae, die een keerpunt markeert in de evolutie van de plantenwereld. Als je dichterbij komt, kun je het hele jaar door vreemde grote bloemen zien, hetzij in de boom of aan de voet ervan. In de lente en de zomer zijn ze geel, in de herfst en de winter bruin.

Als je er eentje opraapt word je meteen 135 miljoen jaar terug gekatapulteerd in de tijd! Je hebt een uiterst primitieve bloem in je handen. Alle bloemblaadjes zijn identiek, geschikt langs een enkele spiraal. Ze vormen een bundeltje maar laten heel gemakkelijk los. Tussen deze primitieve bloem en meer geëvolueerde bloemen zoals de tulp, rozen of orchideeën, liggen duizenden jaren.

Pionier onder de pioniers

Tulpenbomen zijn immense bomen die in het wild groeien in Noord-Amerika. Ze hebben de gebieden ten oosten van de Appalachen gekoloniseerd. Deze pionierssoort heeft gigantische wouden gevormd die eruit moeten gezien hebben als kathedralen, met bladergewelven die rustten op 30 meter hoge zuilen en met daken tot wel 60 meter hoog .

De Europese pioniers die in de 17e eeuw voet aan wal zetten in Amerika werden geraakt door deze gigantische bomen. De eigenschappen van het hout ontsnapten niet aan hun aandacht: heel stevig maar licht, onbederfelijk, bestand tegen water en parasieten en dan met name termieten ... De indianen vervaardigden hun kano’s niet voor niets uit de stam van de tulpenboom.
Dankzij dit ‘canoe-wood’ konden de Europese kolonisten hun huizen bouwen en hun gevels beschermen tegen slecht weer. Het liet hen ook toe om zich te verplaatsen. Het heeft aanzienlijk bijgedragen aan hun vestiging in Amerika.

Toch zou de tulpenboom de pioniers niet vergezellen naar het Westen, voorbij de berghellingen van de Appalachen. Deze pioniersboom trok eerder naar het oosten, in het spoor van de plantkundigen en de tuiniers. Hij stak de Atlantische Oceaan over om Engeland te veroveren en vervolgens het oude continent, waar hij zich blijvend vestigde als sierboom.

De verovering van de Europese parken

Plantkundigen waren geïnteresseerd in de exotische schoonheid van deze boom. Ze noemden hem ‘Liriodendron Tulipifera’: de lelieboom die tulpen draagt. De gelijkenis met die laatste klinkt ook door in de Engelse soortnaam ‘tulip tree’. Want niet alleen de bloemen maar ook de bladeren doen denken aan de vorm van de tulpenbloem. Vooral de bladeren hebben een verrassende vorm: ze zijn handvormig, voorzien van vier puntige lobben, de rand is glad en hun vorm is relatief vierkant.

De tulpenboom was zo origineel dat hij een onmisbaar element werd in ‘Amerikaanse tuinen’, die in het Engeland van de 18e eeuw erg in de mode waren. Het duurde niet lang voor hij vervolgens het Kanaal overstak. Zijn zaden waren zeer gewild en werden tegen woekerprijzen verkocht. Grootgrondbezitters waren erop uit om er hun parken mee op te fleuren.

De tulpenboom van het Happark is zonder twijfel rond 1858-1860 geplant bij de aanleg van het park, dat bij de woning van de heer Jean Felix Hap hoorde. Hij heeft zich snel aangepast aan zijn groene oase, een vredig toevluchtsoord en bron van biodiversiteit. Blijkbaar wist hij de voedselrijke en vochtige bodem van dit stukje Maalbeekvallei op prijs te stellen. Hij is zo goed gegroeid dat hij een cruciale, centrale rol speelt in het landschap.

In elk seizoen trekt alles aan deze boom de aandacht: zijn in zilvergrijze plaatjes gebarsten schors, zijn roodbruine takken, zijn vreemde lichtgele bloemen, zijn zachtgroene bladerdek in de lente dat vervolgens felgeel kleurt in de herfst, zijn vruchten in de vorm van langgerekte, donkerbruine kegels die ‘s winters aan de takken blijven hangen ... Dit exemplaar is een echte ambassadeur van zijn soort in Brussel, een van de mooiste van het Natuurlijk erfgoed van het Gewest.

Symbool van het Happark

De tulpenboom prijkt dicht bij de ingang van het park aan de kant van de Waversesteenweg. Zijn majestueuze voorkomen verrast de wandelaars. Wat het meeste indruk maakt, zijn zijn imposante afmetingen, zijn mooie rechte silhouet, zijn brede kruin die heel hoog bovenop drie enorme stammen rust, en een top op 28 meter hoogte.

Niet alleen de zichtbare kant van deze reus palmt het park in. De dikste wortels van het individu, waarvan de belangrijkste verticaal afdaalt onder de stam, verkennen de bodem onder het bladerdak van de boom in de diepte. Ze zorgen er vooral voor dat hij stevig en stabiel verankerd is. Vanuit die hoofdwortels vertrekken dunnere wortels, die niet diep zitten. Die gaan in de bodem op zoek naar water en mineralen om de boom te voeden. Van aan de voet van de boom kunnen ze alle kanten op, en kunnen een afstand beslaan van anderhalve tot twee keer de hoogte van de boom. Om je de reikwijdte van het wortelnetwerk van de tulpenboom voor te stellen kun je midden in het park gaan staan, op het grasveld tegenover de Orangerie. De dunne wortels lopen onder je voeten door en zetten hun verkenning rustig verder achter jou.

Mettertijd heeft de boom ook de lucht veroverd: hij neemt een deel van het luchtruim boven het park in. Elke hoofdtak vormt een opeenvolging van bruggetjes. Die bijzondere structuur weerspiegelt zijn hoge leeftijd. De boom groeit niet langer, niet in de hoogte en ook niet in de breedte. Hij vernieuwt enkel het uiteinde van zijn takken: die groeien regelmatig, buigen om en sterven dan af. Dat is de reden waarom je soms dood hout ziet liggen op het grasveld. Maar dit individu heeft nog een bepaalde kracht aangezien hij zijn takken blijft aanmaken. Je zou bijna zeggen dat hij haasje-over speelt. Hij is nog jong: tulpenbomen staan erom bekend lang te leven, soms wel tot een halve eeuw.

Dit portret is verrijkt met:
- een illustratie uit de Belgische Federale Staatscollectie in permanente bruikleen aan de Meise Botanical Garden. Zie bijlage. Met dank aan de bibliotheek (erfgoedcollectie) voor deze bijdrage.https://www.plantentuinmeise.be/nl/home/
-en een serie foto's van bomen uit de BelTrees collectie in "jumelage" met deze boom.

Fotoseries: © Priscille Cazin - Sylvolutions / 32shoot asbl
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
-
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
-
Jumelage: Modave, N50° 26' 24.43" E5° 17' 23.35" - Foto: © K.Camelbeke, BelTrees
Jumelage: Modave, N50° 26' 24.43" E5° 17' 23.35" - Foto: © K.Camelbeke, BelTrees
Jumelage: Leuven, N50° 52' 40.1" E4° 41' 23.1" - Foto: © Philippe de Spoelberch, BelTrees
© Bruciel 1971
© Bruciel 1996
© Bruciel 2004
© Bruciel 2015