Identiteit
Diensten geleverd door deze boom
Kenmerken/Karakter van het individu
Deze individuen zijn de bewakers van de laatste landbouwpercelen in de stadsomgeving. Ze groeien op de top van de Zavelenberg, omgeven door koeien, ingesloten door de stad. In Amerika werden acaciabomen gebruikt om steile hellingen te stabiliseren. Hier zijn de wortels echter ontbloot alsof de zandgrond zich terugtrekt. Het lijkt alsof dit kleine stukje bos op wandel is ...
Bijdragen
Bonjour Il s'agit des robiniers du site peint par Vincent van Gogh et l'ayant inspiré pour son dernier tableau à Auvers sur oise, nommé "Racines d'Arbre". Une photo de 2021 a permis de déterminer l'espèce comme étant le pseudo acacia qui pousse sur le site. Celui ci est ouvert bientôt à la visite. Les racines analysées par Bert MAES, dendrologue hollandais auraient environ 300 ans. Ils ont poussées à partir d'une ancienne carrière de calcaire ce qui confirme le texte de votre site.
De steltlopers van de Zavelenberg
Deze individuen staan in een groepje midden op de Zavelenberg. Ze maken deel uit van het rurale landschap dat gevormd wordt door een bosje, een graasweide, hagen die vol leven zitten en vochtig grasland. Ze prijken in het midden van een stuk weiland waar een kudde runderen vredig loopt te grazen. Die laatste kudde van Brussel is een overblijfsel van een kasteelhoeve die in de jaren 50 verdwenen is, en vervangen werd door sociale woningen. Wat overblijft van dat beboste landschap is geklasseerd als natuurreservaat. Een vijftiental treurbeuken, lindes en haagbeuken, die her en der verspreid staan, zijn opgenomen in de wetenschappelijke inventaris van opmerkelijke bomen van het Gewest.
Controversiële reizigers
De aanwezigheid van robinia’s in dit natuurreservaat is niet onbesproken want de soort is niet inheems (ze is niet van bij ons). Ze komt oorspronkelijk uit het zuidoosten van de Verenigde Staten. Rond eind 16e, begin 17e eeuw maakte ze haar oversteek naar Europa. Het was Jean Robin, kruidenarts aan de Faculteit Geneeskunde in Parijs, die ze in Europa aanplantte (vandaar de wetenschappelijke naam van de soort, 'Robinia'). Aangezien ze vroeger vaak verward werden met Afrikaanse acacia’s worden robinia’s ook ‘valse’ of ‘pseudoacacia’s’ genoemd. Hun bladeren zijn inderdaad misleidend. Ze zijn samengesteld uit 10-12 ovale blaadjes met een gave rand en lijken ongelooflijk sterk op die van acacia’s. Maar hun hout is niet zo verfijnd.
De voorbije drie eeuwen heeft deze heel gewone boom zich bijzonder goed aangepast aan ons klimaat. Hij plant zich zeer gemakkelijk voort: door massaal zaden te verspreiden maar ook via zijn wortels, die over grote afstanden tal van scheuten doen ontstaan. Tegenwoordig wordt hij vaak als een woekeraar en zelfs een bedreiging voor onze biodiversiteit beschouwd. In sommige streken van ons land gaat hij namelijk de concurrentie aan met andere boomsoorten.
Op de Zavelenberg zou zijn schaduw bepaalde inheemse planten kunnen beletten om aan zijn voet te groeien. De koeien trekken zich daar allemaal niets van aan en lijken de koelte van zijn ronde, uitgestrekte, lichte en luchtige bladerdek wel op prijs te stellen.
Pioniers op onbewerkte bodems
Onder de koepel die gevormd wordt door het groepje robinia’s komen de koeien samen om te grazen of te rusten. Doordat ze voortdurend over de voet van de bomen heen lopen, is de bodem geërodeerd waardoor vreemde wortels bloot kwamen te liggen. In die mate zelfs dat onze robinia’s doen denken aan mangroves, die tropische bomen of struiken die zich op het water lijken te verplaatsen.
Geconfronteerd met de erosie, moesten de robinia’s immers een strategie ontwikkelen om hun stabiliteit te versterken. Ze zijn erin geslaagd om een heel systeem van stelten te ontwikkelen. Bepaalde wortels net onder de stam, hebben zich getransformeerd tot stutten waarop de bomen in de hoogte kunnen rusten. Andere wortels zijn iets hogerop uit de stam vertrokken en hebben de weg naar de bodem gevonden.
Net als bij mangrovebomen zou je zeggen dat dit bosje op wandel gaat. In realiteit is het de bovenste laag grond die onder hun voeten wegzakt. Er bestaat geen risico dat de volledige heuvel op zijn beurt verdwijnt, of dat die steltlopers ervandoor gaan. Ze dringen verticaal namelijk diep in de aarde en verspreiden hun wortels vervolgens in het grondoppervlak, heel wat verder dan de reikwijdte van hun bovengrondse kruin. Op die manier zijn deze bomen in staat zichzelf in die onvaste grond te verankeren en hem vast te houden dankzij een netwerk van zowel pivoterende als kruipende wortels. Ze helpen de helling op een duurzame manier te verstevigen.
Het is geen toeval dat deze groep valse acacia’s zijn plekje heeft gevonden op deze Zavelenberg (letterlijk een ‘zandberg’ zoals de naam doet vermoeden). De bodem van deze oude steengroeve is zanderig, onvast, en niet bewerkt. Dat is precies de soort grond waar robinia’s van houden. Ze zijn de enige die zich hier kunnen vestigen.
Grote peulgewassen
Als valse acacia’s erin slagen om op de armste bodems te groeien is dat omdat ze in staat zijn hun eigen natuurlijke meststoffen te produceren. Dat doen ze dankzij hun wortels. In tegenstelling tot die van de meeste bomen, werken hun wortels niet samen met schimmels maar met bacteriën. Die bacteriën zijn in staat om de atmosferische stikstof die in de grond circuleert vast te houden en om te zetten in nitraten waar de planten rechtstreeks toegang toe hebben. In ruil bezorgt de boom hen de suikers die ze nodig hebben.
Die samenwerking is een van de kenmerken van de vlinderbloemenfamilie of fabaceae, waar peulvruchten zoals bonen of linzen toe behoren. De bloem van de robinia kan het niet verhullen: ze lijkt als twee druppels water op die van een erwt. En de vruchten, grote en platte bruine peulen, doen denken aan de peulen van een boon. In de winter hangen ze aan de twijgjes. Aan die peulen kun je valse acacia’s herkennen. Ze bevatten kleine platte linzen: de zaden van de boom.
Op die manier helpt de robinia als groot peulgewas om braakliggende bodems om te vormen in vruchtbare bodems. Hij produceert het organisch materiaal dat hij nodig heeft en levert het ook volop aan andere planten rond hem. Het is een grote bondgenoot van onze moestuinen, en van grasland.
Zoete bloemenweelde
Robinia’s hebben dus niet enkel vijanden. Integendeel: bijenhouders hebben een ‘boontje’ voor deze boom die heel wat honing oplevert. En inderdaad: hij bloeit overvloedig. In mei-juni is de kruin getooid met lange trossen (10-20 cm) crèmekleurige en soms rozige bloesems. Die zitten (in groepjes van 15 à 25) op een soepele afhangende stengel (de spil). Ze wiegen heen en weer bij het minste zuchtje wind die hun geur meedraagt. Die doet wat denken aan het aroma van oranjebloesem. Hij trekt bijen aan op xx meter (km?) in de omtrek / over verre afstanden. Die kunnen er naar hartenlust zeer grote hoeveelheden nectar verzamelen.
Vroeger werd deze nectarplant veel aangeplant voor de productie van een honing die we goed kennen: de befaamde heldere en amberkleurige ’acaciahoning’. Die naam komt van de gelijkenis met de tropische boom. Hij verbergt de echte oorsprong van deze smakelijke honing: de robinia (valse acacia). Zijn bloemen fleuren ons ontbijt op. En dat niet alleen: bereid in beignets brengen ze de smaakpapillen van lekkerbekken in vervoering.
Taaie verzetsstrijders
Maar opgelet: wie er tegenaan schurkt, zal het geweten hebben. Deze bomen slaan hun klauwen uit. Je komt beter voorzichtig dichterbij. Hun takken zijn namelijk uitgerust met gevaarlijke stekels, die tot 3 cm lang kunnen zijn. Wellicht een andere reden waarom robinia’s vaak niet zo populair zijn. Schrijnwerkers en meubelmakers zijn er wel voor te vinden en hebben ze zelfs de bijnaam ‘Europees hardhout’ gegeven. Het hout van de valse acacia heeft namelijk de reputatie extreem compact en duurzaam te zijn. Het is zo sterk, ondoordringbaar en taai dat je er onverwoestbare stelen voor gereedschap van kunt maken en omheiningen die vele jaren meegaan.
Het hekwerk van de Zavelenberg verstevigen om het reservaat te beschermen tegen de verstedelijking: dat zou nog een mooie bestemming zijn voor dit bosje robinia’s, als het over een dikke honderd jaar (vérif avec bruno) een natuurlijke dood sterft. Want de kwaliteiten en de bestendigheid van deze steltlopers van de Zavelenberg dwingen toegevingen af. De verschillende beheerders van het natuurreservaat hebben besloten de robinia’s hun gang te laten gaan. De kettingzaag zal hier niet passeren. Het bosje zal daarentegen op termijn niet vervangen worden. Als u er voorbij komt, geniet dan van de aanwezigheid van deze valse acacia’s: een symbool van verzet van het laatste stukje Brusselse landbouwgrond.
ILLUSTRATIES
Dit portret is verrijkt met een illustratie uit de Belgische Federale Staatscollectie in permanente bruikleen aan de Meise Botanical Garden. Zie bijlage. Met dank aan de bibliotheek (erfgoedcollectie) voor deze bijdrage.
JUMELAGE
Dit portret is verrijkt met foto's uit de BelTrees collectie.