Identiteit
Diensten geleverd door deze boom
Kenmerken/Karakter van het individu
Dit individu vlak bij het stadion ziet er met zijn gladde schors en zijn ‘gespierde’ stam zo gezond als een vis uit. Hij behoort inderdaad tot een taaie soort. Maar tot op welk punt zal hij weerstand kunnen bieden aan de menselijke druk? Zijn wortels worden vertrappeld door de mensenmenigtes die uit het stadion komen en de grond wordt aangedrukt door de wandelaars die zich aan zijn voet neervlijen ...
De atleet
Haagbeuken groeien in Brussel bij hopen. Maar slechts een kleine honderd ervan zijn opgenomen in de wetenschappelijke inventaris van opmerkelijke bomen, waaronder een exemplaar dat eruit springt. Bovenaan in het Astridpark, een plek die voetbalsupporters die al eens naar het stadion van Anderlecht afgezakt zijn maar al te goed kennen, groeit een kampioen van het Gewest: een charmante haagbeuk waarvan de aanwezigheid niet onopgemerkt voorbijgaat in het landschap. Van onder aan de heuvel zie je hoe het silhouet van een boom afsteekt tegen het bosje. Op het eerste gezicht, vanuit de verte, zou zijn brede kruin hoog op een mooie rechte stam kunnen doen denken aan een beuk of misschien wel een iep. Nochtans is het een haagbeuk. Met een massieve stam van meer dan 3 meter omtrek is hij bijzonder groot voor zijn soort.
Gespierd
Pas wanneer je dichter bij dit exemplaar komt, kun je hem onderscheiden van een beuk. In de herfst kondigen zijn trosjes vruchten waarmee het gazon bezaaid is zijn aanwezigheid in de buurt aan. Ze zijn bijzonder: elke vrucht (een dopvrucht) omhult een zaadje met een soort van zeil, of vleugel die schutblad of bractee genoemd wordt en waardoor het verspreid kan worden met de wind. Dat schutblad heeft de vorm van een eendenpoot met zijn drie lobben: een grote in het midden en twee kleintjes aan weerszijden. Dat element maakt hem met zoveel zekerheid herkenbaar dat het het embleem van de haagbeuk zou kunnen zijn. Je ziet ze een groot deel van het jaar in het bladerdek.
Het blad van de haagbeuk lijkt sterk op dat van de beuk: ovaal en met een puntig uiteinde. Toch kun je het makkelijk onderscheiden omdat het dubbelgezaagd is. Aan de rand van de bladschijf zitten relatief grote tanden en op die tanden een tweede rij van kleinere tanden. Het blad van de beuk daarentegen is volledig glad, soms ietwat behaard aan de uiteinden maar helemaal niet getand.
Wat de haagbeuk echter nog het meest kenmerkt, is misschien wel zijn stam. Zijn schors is glad net als bij de beuk, maar begint al snel groeven te vertonen. Bij ons exemplaar zijn de groeven diep: het is een teken van ouderdom. Je zou je hand voorzichtig tussen het heuvellandschap van de schors kunnen doen glijden. Die verschillen in reliëf doen denken aan een dichte en stevige spiermassa. Dat is typisch voor de haagbeuk. De stam van de beuk is volledig glad en mooi cilindervormig. Die van haagbeuken is vaak veel meer verwrongen dan bij dit uitgestrekte en gespierde exemplaar, net een standbeeld van een atleet uit de Griekse oudheid.
Taai
Deze reus is een goede vertegenwoordiger van zijn soort, befaamd om zijn stevigheid en zijn robuuste uitstraling. Zijn hout hoort bij de hardste soorten. In het verleden werd het hout van de haagbeuk op prijs gesteld om onderdelen uit te vervaardigen waarvan het materiaal bestand moest zijn tegen schokken en mechanische druk: wielen, raderwerk, hamers, schroeven enz.
Hij groeit nu al meer dan 100 jaar in het Astridpark. Hij is er getuige geweest van een hele reeks transformaties van de ruimte rondom hem. Hij heeft dit park gekend in de tijd dat het bij een groot landgoed hoorde. Vervolgens heeft hij de metamorfose ervan meegemaakt: de openstelling voor het publiek, de nood aan ruimte voor het stadion enerzijds en een school anderzijds. Maar hij heeft goed standgehouden onder die veranderingen. Die weerstand in de loop der tijden geeft hem een bijzondere, historische waarde. Hij heeft zelfs alle matchen van Anderlecht meegemaakt, in de hoogdagen van het stadion 😉.
Je zou kunnen zeggen dat dit exemplaar zowat alles voorbij heeft zien komen. Aan de kant van het stadion ziet hij de supportersmassa toestromen aan zijn voeten, waar de bodem rondom hem massaal wordt betreden en aangedrukt. En aan de kant van het park heeft hij duizenden Brusselaars verwelkomd die profiteerden van zijn aangename lommer om er te picknicken of een pauze te nemen. Net als de meeste parkbomen heeft hij geleden onder het vele bezoek aan het grasveld waar hij groeit. In de samengedrukte grond krijgen zijn wortels te weinig lucht en water. Nochtans blijft hij op post, blakend van gezondheid, als betoverd. (P.C)