Identiteit
Categorie :
Arbre remarquable
Latijn :
Taxodium distichum
Naam FR :
Cyprès chauve
Naam NL :
Moerascipres
Naam EN :
Bald cypress
Familie :
Taxaceae
Hoogte :
25 m
Beoogde hoogte :
Deze soort kan 35 tot 45 m hoog worden
Diameter kruin :
10 m
Omtrek van de stam :
247 cm
Verwachte omtrek :
500 cm
Verwachte levensduur :
Kunnen meer dan 1200 jaar oud worden, misschien zelfs 3000 jaar oud in hun streek van herkomst
Oorsprong/Afkomst :
Zuidoosten Van de Verenigde Staten
Voorkeursbodem :
Houdt vooral van vochtige bodems
Voorkeursklimaat :
Gematigd, warm (en bij voorkeur vochtig), maar past zich aan aan gematigd frisse klimaten
Diensten geleverd door deze boom
Verfraait het landschap :
+++
trio dat de rand van de vijver opfleurt
Verrijkt de biodiversiteit :
++
vrij zeldzame soort
Levert zuurstof :
++
groot bladeroppervlak in de zomer
Zuivert de lucht :
++
effect van de groep in een stedelijke zone
Filtert het water :
+++
houden van vochtige bodems
Voorkomt overstromingen :
+++
verdampen veel water
Slaat koolstof op :
++
zeer duurzaam hout
Verzacht het klimaat :
++
schaduw op de promenade rond de vijver
Beperkt de erosie van de bodem :
+++
stabiliseren oevers
Doet goed, is nuttig :
sierboom
Collectie van de Belgische Staat, permanente bruikleen aan de Plantentuin Meise :: Mouillefert, Traité des arbres et arbrissaux, Atlas, pl. 32bis, 1892-1898
Kenmerken/Karakter van het individu
In de jaren 80 hebben de tuiniers verschillende moerascipressen geplant om het Leopoldpark op te fleuren. Hun piramidale silhouet steekt al mooi af tegen het landschap en hun roodbruine schors zorgt voor een warme tint in de ochtendmist. Hun bladerdek, dat in de lente bleekgroen kleurt en in de zomer rossig, wordt gereflecteerd in de vijver. Moerascipressen behoren tot de zeldzame coniferen die in het koude seizoen kaal worden. In de winter zien ze er discreter uit omdat ze hun naalden verliezen, maar dankzij bepaalde details kunnen we ze in elk seizoen herkennen. In het grasperk rond deze bomen vinden we vreemde houten stompjes. Dat zijn hun luchtwortels, ‘pneumatoforen’. Die nemen zuurstof op zodat hun wortelsysteem kan ademen in de doornatte grond.
