Adres :
Elsene
Gps-coörd. :
50.8167 , 4.3538
Wetenschappelijke inventarisatie :
Inzenders :
Sylvolutions
Van de ene groene ruimte naar de andere: de wijken Tenbosch en Lepoutre

Identiteit

Categorie :
Arbre remarquable
Latijn :
Prunus serrulata 'Kanzan'
Naam FR :
Cerisier du Japon Kanzan
Naam NL :
Japanse sierkers
Naam EN :
Japanese cherrytree
Familie :
Rosaceae
Hoogte :
8 m
Beoogde hoogte :
Deze soort kan tot 10 m hoog worden
Diameter kruin :
10 m
Omtrek van de stam :
212 cm
Verwachte omtrek :
200 cm
Verwachte levensduur :
Kan tussen 50 en 100 jaar oud worden
Oorsprong/Afkomst :
China
Voorkeursbodem :
Alle types, maar niet te vochtig, goed gedraineerd
Voorkeursklimaat :
Gematigd

Kenmerken/Karakter van het individu

Anekdote over de Japanse kerselaar

Elk jaar leveren de bloeiende kerselaars een prachtig spektakel op. Ze kondigen de lente aan.

In de traditionele Japanse kalender is het jaar ingedeeld in 72 microseizoenen die samenhangen met gebeurtenissen in de natuur. Een van de periodes waar het meest naar uitgekeken wordt, is de Sakura hajimete saku, ‘het begin van de bloei van de kerselaars’. Het is een moment waar het hele land vol ongeduld op wacht, het begin van een periode van collectief onder de indruk zijn. Het is het teken dat de festiviteiten voor hanani (‘het gadeslaan van de bloemen’) van start kunnen gaan.

In Japan zijn er tal van grote bossen met kerselaars. Doorgaans begint de bloei in het zuiden van het land om geleidelijk aan op te schuiven naar het noorden. De media presenteren elke dag een update over de bloesems. Zo kunnen de Japanners hun ‘hanani’ organiseren. Ze nemen verlof om met familie en vrienden te gaan picknicken onder de bloeiende kerselaars.

De passie voor kerselaars ontstond in Japan aan het begin van de 17e eeuw. 200 jaar lang creëerden de Japanners meer dan 200 verschillende variëteiten zonder dat de rest van de wereld er aandacht aan besteedde en ze plantten duizenden kerselaars.

In de 19e eeuw lieten de Europese plantkundigen zich verleiden. Vervolgens maakten de landschapsarchitecten ze bij ons populair in de 20e eeuw. Ze worden met tientallen geplant om onze lanen op te fleuren. Sinds de jaren 30 komt de aanplant van kerselaars regelmatig opnieuw in de mode. De variëteit die het meest succes oogst, is de Japanse kerselaar Kanzan: het is de meest weelderige.

Geheimen van de Japanse kerselaar

De schors van de kerselaar lijkt op een mantel of een kostuum met verschillende diktes.

Aan de buitenkant is die mantel bekleed met een bijzonder elegante stof: glad, glanzend en gevlamd zoals wilde zijde. Als de boom jong is, zit die laag als gegoten. Ze past zich perfect aan zijn vormen aan: zilvergrijs op de stam, koperkleurig op de takken.

Een ander leuk detail zijn de mooie ovale lichtbruine tekeningen met reliëf die je ziet. Die hebben een specifieke functie: het zijn kleine huidmondjes waarmee de boom door zijn dikke schors heen kan ademen.

De buitenkant van de mantel vernieuwt zich niet. Als de boom dikker wordt, barst hij op verschillende plaatsen open en vormt lange stroken die opkrullen en dan loskomen. Hij verslijt en laat de binnenkant van het kostuum zien.

Zo kun je de voering ontwaren. Het is een dikke en ruwe laag die zich van binnenuit vernieuwt. Ze is isolerend en waterdicht. Ze beschermt de boom tegen agressie van buitenaf. Hoe ouder de boom, des te meer deze kurklaag verschijnt.

In tegenstelling tot ons veranderen bomen niet van schors zoals van mantel. Ze houden hem aan en veranderen hem.

Heilzame invloeden van de Japanse kerselaar

De Japanse kerselaar verfraait de plek waar hij groeit. Zijn bloei is prachtig in de lente en zijn schors opmerkelijk in de winter. Het is in de eerste plaats een decoratieve soort. Met zijn exotische oorsprong brengt hij wat diversiteit in de bomen die in de stad zijn aangeplant. Hij verrijkt de biodiversiteit: zijn weelderige bloei is een echt feestmaal voor insecten.

De Japanse kerselaar herkennen

Bladeren

Ovale, langwerpige vorm - Getande rand

Bladerdek

Kleur lente: bronsgroen - Kleur zomer: donkergroen - Kleur herfst: geel en soms oranje - Afwezig in de winter (verliest zijn bladeren)

Bloemen

Roze - Dubbel - In compacte trossen

Knoppen

Rood

Schors

Grijsachtig bruin - Glad - Komt los in stroken - Kleine lichtbruine markeringen (lenticellen)

Bijzondere kenmerken van deze boom

Als je rond de kerk op het Georges Brugmannplein loopt, kom je uit bij een Japanse kerselaar aan de achterkant van het gebouw. Volgens de luchtbeelden van Bruciel (zie fotogalerij) is hij tussen 1971 en 1977 geplant. Omdat het in de mode was, per toeval of op basis van een doordachte keuze?

Traditioneel plant men eerder lindes in de buurt van kerken, maar lindes bloeien in mei-juni, terwijl Japanse kerselaars rond 25 maart bloeien. Voor wandelaars kondigt die bloei de komst van de lente aan. Maar voor de parochianen die naar de Onze-Lieve-Vrouw-Boodschapskerk komen, kan die bloei samenvallen met een andere gebeurtenis: de Annunciatie of Maria-Boodschap. De kerselaar kan doen denken aan het bezoek van de engel Gabriël, de boodschapper van God, aan Maria om haar te melden dat ze een zoon genaamd Jezus op de wereld zou zetten.

Wat zijn symboliek ook is, deze boom is geplant om de aandacht te trekken. Vandaag vervult hij zijn rol goed. Hij is immers een van de 20 grootste kerselaars van het Gewest. Het valt op hoe hij er vreemd genoeg heel levend uitziet. Zijn stam draait rond zichzelf. Zijn schors barst open. Zijn wortels duwen de bodem omhoog. Deze kerselaar geeft de indruk te transformeren terwijl je erop staat te kijken.

Een boom die een metamorfose ondergaat … Een prachtige bloei die samenvalt met de lente en het bezoek van de boodschapper van God … Er is enkel nog een verteller nodig om hier een Brusselse mythe van te maken.

(Teksten en foto's van Priscille Cazin - Sylvolutions)

Ce portrait est:

- Enrichi d’une illustration issue de la Collection de l'Etat fédéral belge en prêt permanent au Jardin botanique de Meise.

- Une initiative de Christos Doulkeridis, Bourgmestre, d’Audrey Lhoest, Echevine de l’Environnement, des Espaces Verts et des Plantations, du Tourisme, du Collège des Bourgmestre et Echevins d’Ixelles.

Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
Photo by Priscille Cazin (Sylvolutions) © Elsene/Ixelles
© Bruciel 1930/35
© Bruciel 1977
© Bruciel 1984
© Bruciel